Ons Boekje in samenwerking met Bodymap!
Een luchtig boekje met 40 interessante weetjes over zwangerschap, bevalling en ontwikkeling van je baby in vraag en antwoordvorm. Opgefleurd met leuke tekeningen brengt het je op een prettige manier kennis bij over onderwerpen waar je als aankomende of prille ouders vragen bij hebt. Een aanrader! De boekjes zijn enkel te koop bij Threeflow en Bodymap.
Hoe leer je je kinderen reageren bij jou thuis in noodgevallen?
Een ongeval thuis: leer je kinderen hoe ze moeten reageren
Een ongeval thuis is snel gebeurd en niemand blijft ervan gespaard. Een val, een brandwonde, vergiftiging, verstikking en verdrinking: het aantal gevallen stijgt in ons land, vooral bij kinderen jonger dan 15 jaar. Ongevallen thuis zijn zelfs de grootste doodsoorzaak bij kinderen tussen 0 en 14 jaar. Het is dus van essentieel belang dat je je kinderen leert hoe ze moeten reageren in noodgevallen.
Een noodsituatie herkennen
Opdat je kind juist kan reageren bij een ongeval thuis, moet je het in de eerste plaats leren noodsituaties te herkennen. Wacht evenwel tot de leeftijd van 3 of 4 jaar, en zelfs misschien nog wat langer.
Het noodnummer bellen of om hulp vragen
Zodra je kind een situatie kan herkennen die reactie vergt, moet je het erop wijzen dat het onmiddellijk een volwassene moet verwittigen als er een in de buurt is. Leer het vervolgens het noodnummer bellen of om hulp vragen.
Als je kind toegang heeft tot een telefoon en er mee kan werken:
-Leer het het noodnummer 112 onthouden om dringende hulp te krijgen van de brandweer, een ziekenwagen of de politie. Een klein geheugensteuntje: 1+1=2.
-Laat het de gsm-nummers van papa en mama van buiten leren.
-Hang die telefoonnummers op de koelkast en dicht bij de vaste telefoon als je er een hebt.
-Zorg ervoor dat je kind zijn familienaam en zijn adres kent en dus kan meedelen aan de hulpdiensten.
Als je kind toegang heeft tot een telefoon maar er niet mee kan werken:
-Toon het kind dan hoe het gebruik moet maken van de knop “Noodoproep” op je telefoon zonder die te ontgrendelen.
-Zorg ervoor dat het kind zijn naam en adres kent.
Als je kind geen toegang heeft tot een telefoon of als het panikeert omdat het niet gewoon is de telefoon te gebruiken, zeg het dan direct naar een van de buren te gaan. Raad het eveneens aan om dat ook te doen zelfs als het er wel in geslaagd is om de hulpdiensten te bellen. Je buurman kan dan de instructies van de hulpdiensten opvolgen.
Heb je een geconnecteerd alarm, leer het kind dan hoe het de noodknop moet gebruiken.
Evacuatieplan in geval van brand
-Er worden evacuatieoefeningen gehouden in scholen en bedrijven, maar niet in privéwoningen. Het is nochtans nuttig om na te denken over hoe snel je bij je thuis buiten geraakt in geval van brand. Leg dat vervolgens uit aan je kind, ongeacht zijn leeftijd. Houd rekening met de volgende punten bij het uitwerken van je evacuatieplan:
-Gebruik de (nood)trappen want de liften mogen niet meer gebruikt worden.
-Verzin een alternatief om niet in de val te zitten als de elektrische rolluiken niet werken.
-Als het niet meer mogelijk is om naar buiten te geraken via de voordeur, denk dan aan een achterdeur of een venster dat uitgeeft op een plat dak of op de woning van de buren.
Wat moet je doen bij brand?
Geef je kind altijd twee duidelijke richtlijnen in geval van brand: bel de hulpdiensten en verlaat zo snel mogelijk de woning.
Als het nog mogelijk is om buiten te geraken, geef het dan de volgende tips:
-Buk en beweeg zo dicht mogelijk bij de vloer.
-Adem door een vochtige doek.
-Sluit onderweg ramen en deuren.
-Doe geen deur open die warm lijkt te zijn.
-Ga nooit terug naar binnen.
-Als het niet meer mogelijk is om nog te vluchten:
-Verwijder je zo ver mogelijk van de brandhaard, in een vertrek met bij voorkeur een raam dat zichtbaar is vanop straat.
-Sluit zo veel mogelijk deuren.
-Breng vochtige doeken aan onderaan de deuren van de ruimte waarin je gevlucht bent.
Bron: Nieuwsbrief DVV, december 2023
Teveel Foliumzuur leidt mogelijk tot obesitas bij kinderen.
Verkeerde voedingsgewoonten voor en tijdens de zwangerschap, en langdurig gebruik van foliumzuur verhogen mogelijk de kans dat je kind ooit obesitas ontwikkelt. Dat blijkt uit een doctoraatsonderzoek aan de faculteit Biomedische Wetenschappen van de KULeuven.
Ook de voedingsgewoonten van de vader kunnen een rol spelen.
Tot deze conclusie kwam men bij een 1 jaar durend onderzoek naar de voedings- en leefgewoontes van 150 zwangere vrouwen. Aan de hand van DNA-testen werd onderzoek gedaan naar invloeden hiervan op de genen die een link hebben met obesitas.
De voeding van de moeder is blijkbaar vooral bepalend tijdens de vroege zwangerschap. Daarom wordt iedereen, die denkt aan zwanger worden, aangeraden om zo vroeg mogelijk gezond en evenwichtig te eten. Het is niet voldoende om je slechte eetgewoontes pas achterwege te laten als je weet dat je zwanger bent.
Men stelde ook vast dat langdurig gebruik van foliumzuur (ook wel vitamine B9 genoemd) een rol speelt bij de aanleg voor obesitas. Volgens de Belgische richtlijnen gebruik je een foliumzuursupplement het best in de maand voor de zwangerschap en tijdens het eerste trimester ervan, om te voorkomen dat baby's geboren worden met spina bifida (open ruggetje). Maar heel wat vrouwen worden niet meteen zwanger en nemen dan vaak langer dan noodzakelijk foliumzuur. Bovendien maakt foliumzuur ook deel uit van bepaalde multivitaminen, die de hele zwangerschap ingenomen worden. De onderzoekers van de KULeuven raden dit af en bevelen aan om je aan de Belgische richtlijnen te houden en foliumzuur sowieso niet langer dan zes maanden op rij in te nemen.
Een soortgelijk onderzoek bij de toekomstige vaders toonde ook aan dat de genetische codes voor aanleg tot obesitas doorgegeven werden via de spermacellen als de vaders er slechte eetgewoontes op na hielden.
Redenen genoeg dus om op tijd je eetgewoontes onder de loep te nemen en over te schakelen naar een gezond, evenwichtig voedings- en leefpatroon. Zo bescherm je niet alleen het genetisch potentieel maar zorg je ook voor een gezonde evenwichtige omgeving waarin de baby kan opgroeien.
Bron: Campuskrant KULeuven, 1 maart 2017
Melk drinken kan een rol spelen bij de ontwikkeling van multiple sclerose (MS). Lang borstvoeding geven is aan te raden.
Perineale massage vermindert de kans op keizersnede, inscheuren en pijn na de bevalling.
Recente onderzoeken wijzen uit dat het geven van massage op de bekkenbodemspieren (het perineum) de kans op trauma van deze spieren, tijdens de bevalling, vermindert. Mogelijke trauma's in deze perineale regio kunnen gaan van overmatig uitrekken tot inscheuren. Deze kwetsuren zorgen op hun beurt voor meer en ergere pijn in deze regio nà de bevalling. Bovendien wordt de kans op een keizersnede lager doordat massages en oefeningen vooraf, de bekkenbodemspieren beter voorbereiden op de bevalling terwijl massage tijdens de bevalling helpt om de bekkenbodemspieren beter te ontspannen.
Het positieve effect van deze massages en oefeningen doet zich reeds voor als gestart wordt vanaf de 32ste week van de zwangerschap.
Bronnen:
The impact of perineal massage during pregnancy on perineal laceration during childbirth and postpartum: a randomized clinical trial study
Roonak Shahoei, Lila Hashemi-Nasab, Golbahar Gaderkhani, Farzaneh Zaheri, Faranak Shahoei
Chronic Diseases Journal 2016. 4(1):13-20.
The effect of perineal massage during the second stage of birth on nulliparous women perineal: A randomization clinical trial
Shahoei R, Zaheri F, Nasab LH, Ranaei F. The effect of perineal massage during the second stage of birth on nulliparous women perineal: A randomization clinical trial. Electron Physician. 2017 Oct 25;9(10):5588-5595. doi: 10.19082/5588. eCollection 2017 Oct. PubMed PMID: 29238501; PubMed Central PMCID: PMC5718865.
Influence of a pelvic floor training programme to prevent perineal trauma: A quasi-randomised controlled trial
Leon-Larios F, Corrales-Gutierrez I, Casado-Mejía R, Suarez-Serrano C.Influence of a pelvic floor training programme to prevent perineal trauma: A quasi-randomised controlled trial. Midwifery. 2017 Jul;50:72-77. doi: 10.1016/j.midw.2017.03.015. Epub 2017 Mar 27. PubMed PMID: 28391147.
Onderzoek van de Universiteit Gent samen met het federale onderzoekscentrum Sciensano toont dat de Belgische bevolking te weinig vitamine A en D binnenkrijgt via voeding.
Vitamine A: evenwichtige voeding nodig.
Het merendeel van de Belgische bevolking haalt te weinig vitamine A uit voeding. Dit valt vooral op bij adolescenten (37%), zwangere vrouwen (32%) en vrouwen die borstvoeding geven (67%). Genoeg vitamine A innemen is belangrijk voor het zicht, de voortplanting, de embryonale ontwikkeling, de groei en de immuniteit.
“Een gevarieerde en evenwichtige voeding levert normaal gezien voldoende vitamine A”, aldus onderzoekster Isabelle Moyersoen van de UGent en Sciensano. Een gezonde en evenwichtige voeding is dus van groot belang voor een goede gezondheid.”
Is het dan een goed idee om extra vitamine A te slikken uit supplementen of voeding te gaan verrijken met vitamine A? Dat raadt de onderzoekster sterk af.
“De veiligheidsmarge tussen de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor vitamine A en de maximale toelaatbare inname is zeer klein. Je kan dus al snel te veel vitamine A binnenkrijgen. En dat is ook gevaarlijk voor de gezondheid. Vooral zwangere vrouwen moeten opletten met te veel vitamine A, omdat dat aanleiding kan geven tot aangeboren afwijkingen bij het kind”, aldus Moyersoen.
Vitamine D: focus op zwangerschap en borstvoeding.
Vitamine D wordt voornamelijk aangemaakt in de huid onder invloed van de zon. Wie weinig in de zon komt, neemt best vitamine D in via voeding, verrijkte voeding en supplementen. Het merendeel van de Belgische bevolking neemt echter te weinig vitamine D in via deze voedingsbronnen: slechts ongeveer een derde van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.
Supplementen met vitamine D zijn vooral belangrijk bij jonge kinderen voor wie directe blootstelling aan de zon wordt ontraden. Moedermelk bevat immers nagenoeg geen vitamine D. Aan kunstmelk wordt wel vitamine D toegevoegd, maar nog altijd minder dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.
Ook zwangere vrouwen nemen beter extra vitamine D in, omdat een tekort aan vitamine D tijdens de zwangerschap aanleiding kan geven tot een vertraging van de groei en skeletafwijkingen bij het kind. De studie toont aan dat 13% van de zuigelingen die borstvoeding krijgen, 31% van de zuigelingen die kunstmelk drinken, en ongeveer 30% van de zwangere vrouwen geen vitamine-D-supplement innemen.
“Bij de zuigelingen die vitamine-D-supplementen innemen zien we bovendien dat 26% te veel vitamine D inneemt via supplementen”, voegt Moyersoen toe. “De Hoge Gezondheidsraad beveelt aan kinderen een vitamine-D-supplement aan van 10 microgram per dag. Toch zien we dat er op het terrein grote verschillen zijn in aanbevelingen voor vitamine-D-supplementen. Op nationaal niveau zou best een consensus bereikt worden om een teveel aan vitamine D te vermijden. Want ook dat kan slecht zijn voor de gezondheid”, besluit de onderzoekster.
Op het niveau van de totale Belgische bevolking stelden de onderzoekers vast dat verrijkte voeding onvoldoende bijdraagt tot de inname van vitamine D. Bovendien neemt slechts 25% van de bevolking vitamine-D-supplementen. Uit verder onderzoek door Sciensano is gebleken dat een vitamine-D-verrijking van voedingsproducten op nationaal vlak een veelbelovende strategie is om een voldoende vitamine-D-inname van de Belgische bevolking te verzekeren.
Het onderzoek.
Met dit door de FOD Volksgezondheid gefinancierd onderzoek wilden de Universiteit Gent en het federale onderzoekscentrum Sciensano het risico meten op een ontoereikende en overmatige inname van vetoplosbare vitamines door de consumptie van voeding, verrijkte voeding en supplementen.
Voor de gegevens over de vitamine-inname bij de Belgische bevolking baseerden de onderzoekers zich op de Belgische nationale voedselconsumptiepeiling van Sciensano. Voor de risicogroepen (zuigelingen, peuters, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven) namen de onderzoekers enquêtes af waarbij de deelnemers werden gerekruteerd via Kind en Gezin, ONE en ziekenhuizen representatief verdeeld over België.
Om na te gaan of de inname al dan niet toereikend was, werd de populatie-inname getoetst aan voedingsnormen zoals vastgelegd door het European Food Security Authority.
Bron: Persbericht UGent 17 januari 2019
We nemen te weinig vitamine A en D in via onze voeding